In de jaren 70 van de vorige eeuw bevestigden specialisten dat een verhoogd cholesterolgehalte in het bloed deel uitmaakt van de risicofactoren voor hart en bloedvatziekten samen met hoge bloeddruk, diabetes, alcohol en tabak. Een bepaalde soort cholesterol namelijk LDL (low density lipoprotein) hecht zich aan de bloedvatwanden waardoor deze vernauwen en stijgt het risico op infarcten en beroertes.
Op dat moment barstte er een echte hysterie uit rond cholesterol in de Verenigde Staten. Op bijna alle verpakkingen van voedingsmiddelen stond in grote letters ‘CHOLESTEROL FREE’.
Deze cholesterolfobie is ook overgewaaid naar Europa.
Deze cholesterolfobie is ook overgewaaid naar Europa.
Steeds vaker melden wetenschappers echter dat het cholesterolgehalte van voedingsmiddelen slechts een beperkte rol speelt in het cholesterolgehalte in het bloed. Ten eerste is de hoeveelheid cholesterol die via de voeding in het bloed terecht komt beperkt en ten tweede is het lichaam in staat dat gehalte zelf te regelen. Het is de lever die cholesterol produceert en als de opname van cholesterol via de voeding groot is, zal het lichaam minder cholesterol aanmaken om zo het totale gehalte in het bloed quasi constant te houden.
Maar niettegenstaande het cholesterolgehalte van onze voeding weinig invloed heeft op de cholesterol in ons bloed, heeft onze voeding als geheel wel een invloed op dat cholesterolgehalte. Verschillende studies tonen aan dat gemiddeld genomen, infarcten minder voorkomen bij mensen die geen vlees noch eieren eten maar wel grote hoeveelheden plantaardige voedingsmiddelen zoals groenten, fruit, granen en peulvruchten. Ze bevatten weinig vetten, veel vezels en een groot aantal secundaire stoffen die op een natuurlijke wijze een positief effect hebben op het cholesterolgehalte.
De saponinen die voornamelijk in peulvruchten voorkomen, binden het cholesterol van voedingsmiddelen in de darmen en voorkomen dat dit in het bloed terecht komt. Daar bovenop binden ze de primaire galzuren waardoor deze niet gereabsorbeerd kunnen worden en verwijderen ze met de stoelgang uit het lichaam. De cellen van de lever zijn dan verplicht om nieuwe primaire galzuren aan te maken en gebruiken hiervoor de cholesterol aanwezig in het bloed waardoor het cholesterolgehalte daalt.
Dit zelfde proces doet zich ook voor met de vezels in onze voeding. Ook zij hechten zich aan de primaire galzouten waardoor die uit het lichaam kunnen worden afgevoerd en het cholesterolgehalte daalt. Dit is vooral het geval voor de oplosbare vezels zoals pectine, guar en β-glucanen die voorkomen in fruit, peulvruchten en haver.
Deze vezels komen ook tussen op andere niveaus van het cholesterolmetabolisme. Onze verteringsenzymes zijn niet in staat deze vezels af te breken maar bepaalde darmbacteriën kunnen dit wel en vormen ze om tot vetzuren met een korte keten zoals mierenzuur, boterzuur en azijnzuur. Via de darmwand en de bloedbaan komen ze in de lever terecht waar ze een enzyme nodig voor de aanmaak van cholesterol blokkeren.
Deze vezels komen ook tussen op andere niveaus van het cholesterolmetabolisme. Onze verteringsenzymes zijn niet in staat deze vezels af te breken maar bepaalde darmbacteriën kunnen dit wel en vormen ze om tot vetzuren met een korte keten zoals mierenzuur, boterzuur en azijnzuur. Via de darmwand en de bloedbaan komen ze in de lever terecht waar ze een enzyme nodig voor de aanmaak van cholesterol blokkeren.
Ook de fytosterolen, die sterk lijken op cholesterol helpen het cholesterolgehalte verlagen: 3 gram per dag volstaan.Je vindt ze hoofdzakelijk in plantaardige oliën zoals koud geperste tarwekiem-, sesam- en zonnebloemolie. Ze worden slechts in geringe mate opgenomen in het bloed maar in de darm verbinden ze zich met de cholesterol zodat deze wordt afgevoerd en in de lever inhiberen ze een sleutelenzyme in de cholesterolproductie.
De tocotriënolen (verwant met vitamine E) in gerst, rogge, haver en enkele plantaardige oliën spelen ook een rol in het cholesterolmetabolisme. Net als de fytosterolen remmen ze de cholesterolproductie in de lever.
Een gelijkaardig proces doet zich voor bij het eten van look. Hier zijn het verschillende zwavelverbindingen die de productie van cholesterol in de lever vertragen.
Dus voor je de boter weglaat uit je gerechten en alleen nog maar voedingsproducten zonder cholesterol koopt, begin met jezelf te verwennen met fruit, groenten, granen en peulvruchten (minstens 400g per dag met een weinig vetstof). Je cholesterolgehalte wordt dan op natuurlijke wijze geregeld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten