Veel bio-actieve bestanddelen bevinden zich in de schil van groenten en fruit. Denken we maar aan de flavonoïden in tomatenschillen. Een groot aantal secundaire plantenbestanddelen, zoals de antioxidanten zitten juist in de schil: 50% van het cafeïnezuur van de aardappel net als 85% van de polyfenolen in wortels.
Dat is ook logisch gezien deze antioxidanten er in de eerste plaats zijn om de inwendige plantenweefsels te beschermen tegen de zuurstof uit de lucht. Zonder hen, zouden de planten snel rotten. Antioxidanten worden tijdens de opslag van groenten en fruit wel afgebroken. Het is daarom belangrijk om ze zo vers mogelijk te eten.
Schillen wordt afgeraden tenzij het echt niet anders kan zoals bijvoorbeeld bij bananen, citrusvruchten, koolrabi, rapen of uien. Laat bij al de rest het schilmesje voor wat het is zeker als de schil er fris en onbeschadigd uitziet. Veel groenten zoals wortels, mierikswortel, rode biet, tomaat en komkommer en fruit zoals appelen, peren hebben ook met schil een lekkere smaak.
En wie houdt er niet van een 'nieuw' aardappeltje in de schil.
Aarde en vuil zijn meestal gemakkelijk te verwijderen onder stromend water met een borsteltje.
Als je de schil mee opeet, kies je best voor biologisch geteelde groenten en fruit. Je moet je dan geen zorgen maken over residuen van plantenbestrijdingsmiddelen.
En wees bij het fruit dat je wel moet schillen zoals bijvoorbeeld een sinaasappel niet al te grondig. Laat wat van dat witte spul zitten want dat bevat een belangrijke hoeveelheid flavonoïden die een antibacteriële werking hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten