maandag 28 februari 2011

Bio duur?

Vorige week in het krantje van de Triodos bank gelezen dat bio gemiddeld 19% duurder is dan conventioneel geteelde of geproduceerde voedingsmiddelen.

Voor mijn gevoel kon dit niet. Ik heb de laatste tijd de indruk dat ik mij vooral  blauw betaal aan bio-voedingsmiddelen: tijd voor een klein marktonderzoek om dat prijsverschil eens te toetsen aan de werkelijkheid.

Voor de vereenvoudiging van het onderzoek heb ik me beperkt tot de prijzen van 1 grootwarenhuis. Ik heb daar in de versafdeling de bio-groenten vergeleken met de conventioneel gekweekte groenten. Voor de kruidenierswaren heb ik de prijzen van het bio-merk van het warenhuis vergeleken met het eigen huismerk van datzelfde grootwarenhuis dat niet de goedkoopste optie was. Belangrijk hierbij is dat ik voor geen van beide opties - conventioneel of bio - merkproducten heb vergeleken. Ik heb geen merkproduct bio vergeleken met het eigen huismerk van het grootwarenhuis wat de verschillen nog groter zou hebben gemaakt en omgekeerd heb ik ook geen merkproduct vergeleken met het biomerk van het warenhuis wat de verschillen kleiner zou hebben gemaakt.

In onderstaande tabel staat een neerslag van wat ik gevonden heb. De enige producten die onder 19% prijsverschil vallen zijn boter, tomatenpassata en aardbeienconfituur.



Broccoli, komkommer en paprika zijn volgens de velt-groentekalender geen seizoensgroenten. Dat is dan ook duidelijk terug te vinden in de prijs (alhoewel 4 keer zoveel betalen voor een bio-komkommer is dat nog te verantwoorden, ook al is het winter?) Maar die logica gaat zeker niet altijd op:princessenbonen zijn in de winter ook geen seizoensgroenten toch zijn ze in bio-uitvoering maar 23% duurder dan de conventioneel geteelde. Het is de onderzochte groente met het kleinste prijsverschil.
Kropsla is natuurlijk ook geen seizoensgroente maar witte kool is dat wel. Ook hier is dat niet te zien aan het prijsverschil (biokool is 67% duurder, bio-kropsla slechts 34%). Begrijpen wie kan.
Prei en wortelen zijn allebei seizoensgroenten maar kosten respectievelijk toch 50% en 55% meer in bio-uitvoering.
Het merkwaardigste is witloof. Ik vrees dat er een fout was met de prijsaanduiding want ik kan eigenlijk niet geloven dat volle grondwitloof conventioneel  geteeld evenveel kost als bio-witloof. Temeer als je weet dat het zogezegde gastronomische witloof (niet-bio) meer dan 13 euro/kilo kostte in hetzelfde grootwarenhuis.
Als je alleen de verse groenten bekijkt, is het gewoon onmogelijk om aan een gemiddeld prijsverschil van 19% te komen.

Waarom bio-basmati zoveel duurder is dan traditionele is mij niet echt duidelijk.

Als ik mijn hele lijstje afloop kom ik aan een gemiddeld prijsverschil van 81%. Als ik er de items in het rood uit weg laat, kom ik aan 46%.

Met al dit in mijn achterhoofd ben ik eigenlijk wel benieuwd wat de voedselcrisis die voor de deur staat met de bio-landbouw gaat doen als de 'bewuste' mens zich ook 'bewust' gaat worden van de prijzen die ervoor bio gevraagd worden. Ik reken mezelf ook onder de 'bewuste' categorie maar ik vraag me af in hoeverre een komkommer vier keer zoveel moet kosten als hij bio-geteeld wordt. In de zomer is de prijs van bio-komkommer ook al niet echt iets waar je vrolijk van wordt want ook dan zijn de prijzen bijna 2.5 keer zoveel als voor conventioneel geteelde.

Ik kan wel stellen dat ik die '19%' een echte giller vind.

zaterdag 26 februari 2011

Aardpeersoep

Een soepje, een beetje anders maar heel lekker. In het originele recept wordt het gemaakt met verse tomaten, wat een beetje vreemd is omdat aardperen een typische wintergroente zijn en tomaten zo zomers zijn als maar kan. Ik maak het tegenwoordig altijd met ingeblikte tomaten. Dat biedt het voordeel dat het minder lang moet koken en dat het lycopeen - het antioxidant waar tomaten zo vol van zitten - beter beschikbaar en opneembaar is. En natuurlijk kan je dan de waterige wintertomaten laten voor wat ze zijn.


Ingrediënten

1 kg aardpeer, geschild en in grove stukken gesneden
1 blik bio gepelde tomaten
1 grote ui, gesnipperd
1 l kokend water
2-3 el groentenbouillonpoeder ( te koop in natuurvoedingswinkels en beter dan bouillonblokjes want zonder transvetten)
olijfolie
peper, zout, rozemarijn (3 tl droge of 2 forse takjes indien vers)

Bereiding

Verwarm de olijfolie en fruit rozemarijn en ui. Doe het blik tomaten erbij, snij de tomaten wat kleiner en stoof dit even. Voeg het water en het bouillonpoeder toe en vervolgens de aardpeer. Laat ongeveer 10-15 minuten koken tot de aardpeer gaar is. Stamp het geheel met de pureestamper. Op die manier blijven er kleine stukjes aardpeer aanwezig wat het des te lekkerder maakt. Peper en zout toevoegen naar smaak.

donderdag 24 februari 2011

Aardpeer

De aardpeer, bij ons ook bekend onder zijn Franse naam topinambour en in Angelsaksische landen als Jeruzalem artisjok heeft helemaal niets te maken met peren, artisjokken of Jeruzalem. Leuk om weten is dat de aard-peer waarschijnlijk aan haar naam gekomen is in analogie met de aard-appel.

De plant behoort tot de zonnebloemenfamilie en heeft decoratieve gele bloemen waardoor hij zowel in de groententuin als in de siertuin niet mis staat. Hij heeft de neiging om sterk uit te breiden, zelfs te gaan woekeren. Een hoekje van één m² kan een jaaropbrengst van 5 kg aan eetbare knollen geven. De oogst begint na de eerste nachtvorst en kan dan de rest van de winter doorgaan.

De knollen zijn onregelmatig gevormd en hebben een zacht zoete, nootachtige smaak met een toetsje artisjok. Ze behoort onterecht tot de groep van groenten die in de vergeethoek geraakt zijn.

Aardperen slaan hun energie op in inuline, een koolhydraat behorend tot de fructo-oligosacchariden. Het zijn fermenteerbare vezels die de werking van de dikke darm bevorderen omdat ze de groei van goede darmbacteriën stimuleren. Inuline wordt daarom een prebioticum genoemd. Omdat inuline hoofdzakelijk uit fructose bestaat zijn aardperen goed voor mensen met diabetes of met een schommelende bloedsuikerspiegel. De afbraak van inuline gebeurt in de dikke darm onder invloed van inulinase dat door darmbacteriën wordt aangemaakt. Er worden dan organische zuren aangemaakt zoals onder andere melkzuur en boterzuur maar ook een aantal gassen zoals waterstof en CO2. Deze laatsten hebben de aardperen berucht gemaakt omdat ze winderigheid veroorzaken.

Aardperen bevatten ook veel ijzer.

Je hoeft een aardpeer niet te schillen, goed wassen en plekjes verwijderen is voldoende. Wil je ze toch schillen, doe dat dan na het koken. Kook of stoom ze gedurenden 10 tot 15 minuten, vooral niet te lang want dan vallen ze uit elkaar. Je kan ze ook in schijfjes snijden en ze in wat olijfolie stoven maar rauw geraspt komt de nootachtige smaak goed tot zijn recht. Pureren is ook een optie: alleen of samen met aardappelen.

Na aankoop kan je aardperen nog een weekje bewaren in de koelkast.

dinsdag 22 februari 2011

Een evenwicht tussen gezonde en duurzame voedselkeuzes



Dat is waar het in het Livewell report 2011 van de WWF om draait. Toegespitst op de situatie in Groot-Brittanië maar waar de grote lijnen ook gelden voor de rest van onze Westerse wereld.

Een eerste vaststelling is, dat ondanks de aanbevelingen van de overheid die hun weerslag vinden in de ‘Eatwell plate’ een instrument voor gezondheidseducatie, de gemiddelde mens in de UK nog steeds een ongezonde hoeveelheid vlees en zuivel eet in een dieet met zeer weinig vezels en teveel vet/zout/suiker. Als je weet dat voor die vleesproductie 70% van alle landbouwgrond wordt gebruikt en dat de voedselketen (productie, verwerking, transport, opslag, consumptie en afvalverwerking) bijdraagt tot 18 à 20% van de broeikasgassen (waarvan 57% op het conto van de eiwitproductie die geen zuivel is en 14% voor zuivel), dan moet het duidelijk zijn dat dit geen houdbare situatie is noch voor de volksgezondheid noch voor het milieu.
De bevolkingsaangroei en de toenemende vraag naar bio-brandstof zal deze problemen nog scherper stellen.
Er moeten daarom dringend veranderingen komen in ons dieet die niet alleen onze gezondheid ten goede komen maar ook een minimale impact hebben op het milieu.

Er bestaat een consensus dat een dieet met minder vlees dit kan bewerkstelligen. Minder vlees betekent een wijziging in het eetpatroon naar vleesloze dagen of naar kleinere porties vlees per maaltijd. Eigenlijk is het wel zo dat als iedereen de regels van de ‘Eatwell plate’ zou toepassen waar de hoeveelheid vlees beperkt is tot 100 g per maaltijd we al een hele stap verder zouden staan. Momenteel wordt er in de UK immers gemiddeld 216 g vlees/persoon/dag geconsumeerd.



In de ‘Eatwell plate’ wordt echter geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende eiwitbronnen. Het wordt aan de consument overgelaten om de verhouding te bepalen waarin deze voedingsmiddelen (vlees, vis, eieren, peulvruchten, noten en zaden) worden gegeten.


Bij de ‘Livewell plate 2020’ heeft men dezelfde gezondheidsprincipes toegepast gecombineerd met een reductie van broeikasgas emissies van 25%. Ze hebben hier wel een opdeling van de verschillende eiwitbronnen gemaakt zodat de consument weet in welke verhouding deze best gegeten worden.
Met meer gegevens over de emissies van broeikasgassen door groenten en fruit zou een zelfde opdeling ook hier gemaakt kunnen worden zodat je seizoensgebondenheid en onder andere land van herkomst in rekening kan brengen om je dieet koolstofvriendelijker te maken.

Niettemin moet je bij een hogere fruit- en groentenconsumptie ook zorgen dat er geen nadelig milieueffect is door toegenomen energieverbruik voor transport en koeling en stijgend waterverbruik voor irrigatie en afvalverwerking.
De ecologische impact van al het voedsel dat niet gegeten wordt moet ook in rekening gebracht worden. Wat gebeurt er met de room van half-volle melk als die om gezondheidsredenen niet meer elders in de voedselketen verwerkt wordt? Wat met slachtafval: een deel ervan werd vroeger zeker opgegeten maar wie heeft er tegenwoordig nog ‘uier’ geproefd of varkenspoten en –oren?

De hoeveelheid zuivel in de ‘Livewell plate’ is dezelfde als in de ‘Eatwell plate’.Het was niet realistisch dit te verlagen omdat dit nodig werd geacht om de aanbevolen hoeveelheid ontbijtgranen in het dieet te kunnen eten. In hoeverre ontbijtgranen een gezonde optie dan wel goed voor het milieu zijn, is natuurlijk zeer de vraag. Het is mogelijk een deel van de zuivel te vervangen door sojaproducten omdat daarvan geweten is dat ze een lagere emissie van  broeikasgassen hebben maar door deze gewassen komt het landgebruik in overzeese gebieden onder druk te staan.

De algemene conclusie is dat wanneer je een gevarieerd dieet volgt met weinig vlees of vis, met een matig gebruik van zuivel, met veel groenten en fruit en voldoende zetmeelproducten je niet alleen werkt aan je eigen gezondheid maar dat het milieu er ook wel bij vaart. Als je daarbij nog zoveel mogelijk biologisch geteelde groenten eet (als je portemonnee het toelaat) werk je op nog andere fronten aan je gezondheid en het milieu.

zaterdag 19 februari 2011

Eenvoudige eetregels

'Ook zonder te weten wat een antioxidant is, heeft de mensheid de afgelopen duizenden jaren prima gegeten. Mensen zijn er over het algemeen ook zonder de hulp van voedingsdeskundigen in geslaagd om goed gezond te blijven. Dus welke van al die honderden regels die tegenwoordig zo in zwang zijn hebben we nu echt nodig?'
Dat is wat Michael Pollan zich afvraagt in zijn boekje 'Echt Eten, een handleiding'. Het is een boekje met 64 eetregels geworden. Heel overzichtelijk en zonder veel poeha neergepend, verdeeld over 3 hoofdstukken: Wat moet ik eten? Echt voedsel, Wat voor voedsel moet ik eten? Vooral planten en Hoe moet ik eten? Niet te veel.

Echt voedsel wat moeten we daar dan onder verstaan. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan gezien er ieder jaar ongeveer 17.000 nieuwe producten in supermarkten bijkomen die eerder dingen naar de inhoud van je portemonnee dan begaan zijn met je gezondheid. De meeste verdienen het niet om voedsel genoemd te worden. Pollan noemt ze terecht: eetbare voedselachtige substanties. Het zijn intensief bewerkte verzinsels, ontworpen door de voedingsindustrie die uit ingrediënten bestaan die geen normaal mens in zijn voorraadkast heeft staan zoals bijvoorbeeld maïsstroop en chemische additieven waar het menselijk lichaam nog lang niet mee bekend is. Echt voedsel is voedsel dat zelfs je overgrootmoeder nog als voedsel zou herkennen. Echt voedsel bevat geen ingrediënten waar je zelf niet mee kookt zoals geëthoxyleerde diglyceriden, xanthaamgom, cellulose,... en die er in hoofdzaak voor zorgen de houdbaarheid van het verzinsel te verlengen.

Een aantal van deze handige en gemakkelijk toepasbare regeltjes komen hier later zeker nog aan bod.

donderdag 17 februari 2011

Hartige Pompoentaart met Salie

Dit is één  van de succes pompoengerechten bij ons thuis. De salie vormt een harmonische combinatie met het zoete van de pompoen. Wanneer je het jezelf extra gemakkelijk wil maken, koop je een kant-en-klare rol biodeeg (de blader- of kruimelversie: dat maakt niet uit).


Ingrediënten
Voor het deeg
200 g bloem, probeer eens half -volkoren bloem: lekker
35 ml olijfolie
ongeveer 35 ml water
een snufje zout
2 el olijfolie apart

Voor de vulling
500 g pompoen
3 el olijfolie
3 eieren
200 ml (soja)room
15 salieblaadjes
100 g geraspte kaas bvb. pecorino
peper en zout

Bereiding
Verwarm de oven voor op 190°.
Snij de pompoen in blokjes van ongeveer 1 cm. Meng de blokjes met 10 salieblaadjes, de olijfolie, peper en zout.
Leg deze blokjes in 1 laag op een bakplaat en rooster 35 minuten in de oven.
Maak ondertussen het deeg. Daarvoor meng je alle ingrediënten behalve de 2 eetlepels olijfolie door elkaar. Giet niet alle water er onmiddellijk bij maar doe dit geleidelijk en kneed tot je een mooie samenhangende bol deeg hebt. Mogelijk heb je niet alle water nodig of moet je er nog wat extra aan toevoegen. Dat is wat afhankelijk van de bloem die je gebruikt en de vochtigheid van de lucht.
Strooi bloem op het werkvlak, rol het deeg uit en bekleed er een ingevette bakvorm mee.
Bak de bodem eerst 15 minuten blind. Bekleed het deeg in de bakvorm met bakpapier met daarop oude rijst, linzen of bakbonen. Na het blind bakken het bakpapier en de nep-vulling verwijderen en er 2 eetlepels olijfolie over uit smeren. Dit zorgt ervoor dat de taartbodem dicht is.Strooi hierover de geraspte kaas.
Verdeel de pompoenblokjes erover en schik de overblijvende salieblaadjes er bovenop.
Klop de eieren los met de room, breng op smaak met peper en zout en giet over de pompoenvulling.
Bak de taart 40 minuten op 180°.

Lekker met gestoomde broccoli of een slaatje van veldsla en witloof.

dinsdag 15 februari 2011

Pompoen

Een beetje zon in de winter: het lijkt alsof de pompoen er daarvoor is. Met zijn fel oranjekleur die erop wijst dat hij veel bètacarotenen bevat, lijkt hij er wel wat op. Bètacaroteen is een voorloper van vitamine A dat een sterk anti-oxidans is dat niet alleen goed is voor de ogen maar onze huid ook beschermt tegen de schadelijke stralen van de zon.
Pompoenen bevatten ook veel vezels, die de darmwerking stimuleren en zorgen voor de afvoer van afvalstoffen.
Pompoenpitten bevatten magnesium en zink. Magnesium is essentieel voor verschillende biologische processen waaronder de eiwitsynthese, de stofwisseling van glucose, de energieproductie van de cellen. Het  is belangrijk voor een normale hartfunctie en de botontwikkeling. Zink helpt bij de genezing van wonden en is goed voor de huid.

Pompoenen kunnen geroosterd en gepureerd worden, in stamppotten en soepen, in hartige of zoete taarten en voor de durvers zelfs rauw geraspt. Je kan er zelfs een lekkere confituur van maken. Omdat ze zelf geen uitgesproken smaak hebben, vormen ze een handig ingrediënt in allerhande stoofpotjes waar ze goed harmoniëren met de kruiden en specerijen.

Pompoenen kunnen op een koele en droge plek lang bewaard worden.

Niet-biologische pompoenen worden vaak veel minder behandeld met allerlei middelen dan andere groenten. Meestal worden er dan ook geen residu's in gevonden.

zaterdag 12 februari 2011

Bananensnack

Dat een lekker en gezond tussendoortje niet persé veel werk hoeft te kosten, bewijst onderstaand receptje.




Ingrediënten
2 rijstwafeltjes
2 el tahin (sesampasta)
2 el appelmoes of abrikozenmoes of een ander moes dat je toevallig in huis hebt
1 banaan




Bereiding
Meng de tahin met de appelmoes en besmeer er de rijstwafeltjes mee. Snij de banaan in schijfjes en leg ze er bovenop.

Smakelijk!

vrijdag 11 februari 2011

Vegetarisch genieten

Dit vind ik één van de beste vegetarische kookboeken in ons taalgebied.
Een echte aanrader voor iedereen die vegetarisch wil beginnen koken maar niet goed weet hoe er aan te beginnen. Het grote voordeel van dit boek is dat er per bladzijde een volledige vegetarische maaltijd met recepten wordt gesuggereerd. Meestal is het een wat bewerkelijker hoofdrecept omringd door een aantal kleinere receptjes die sneller klaar zijn en het tot een volwaardige en evenwichtige vegetarische maaltijd maken. 


Eén van mijn favorieten is de 'Ovenschotel met spinazie en ratatouille'

Ingrediënten
1 ui
1 teentje knoflook
2 wortelen
1 courgette
1 rode paprika
3 à 4 tomaten
200 g feta
olijfolie
1 kl oregano
1 kl tijm
peper en zout
300 à 500 g spinazie
2 eieren
1 dl (soja)room
20 zwarte olijven


Bereiding
Pel en snipper de ui en de knoflook. Snijd de wortelen, de courgette, de paprika en de tomaten in stukjes. Snijd de feta in blokjes.
Stoof de ui en de knoflook in olijfolie. Voeg de wortelen en de paprika toe. Doe er tenslotte de tomaten, de courgette en de kruiden bij en stoof alles samen.
Stoof de spinazie zeer kort, laat de blaadjes uitlekken en hak ze (eventueel). Roer de eieren en de room door de spinazie.
Leg de spinazie in een ingevette ovenschaal, schep de ratatouille erbovenop en versier de schotel met blokjes feta en in schijfjes gesneden olijven.
Plaats de schaal ongeveer 20 minuten in een voorverwarmde oven van 180°.

donderdag 10 februari 2011

Het einde van de banaan

Het ziet ernaar uit dat de banaan zoals we die nu in het Westen kennen binnen afzienbare tijd niet meer dezelfde zal zijn.  De banaan, één van de gewassen dat door de mens al het langst geteeld wordt – al zo’n 10.000 tot 15.000 jaar – wordt bedreigd.

Een bedreiging die zijn wortels heeft in de aard van de banaan.

Alle eetbananen zijn afkomstig van hybriden van 2 soorten wilde bananen:  Musa balbisiana en Musa acuminata. De belangrijkste eigenschap van een dergelijke hybride is dat ze steriel is. Daardoor is ze zaadloos en is er alleen maar lekker vruchtvlees.
Fijn voor ons maar voor de banaan betekent dit dat ze alleen vegetatief vermeerderd kan worden bijvoorbeeld via scheuten. Dit houdt in dat alle bananenplanten van één hybride genetisch quasi gelijk zijn aan elkaar op een paar kleine mutaties na. Het zijn klonen van elkaar.
En alhoewel er meer dan 1000 verschillende soorten bananen bestaan, is er maar één enkele soort gecommercialiseerd: de Cavendish. Dit heeft als gevolg dat alle grote bananenplantages overal ter wereld dezelfde genetisch identieke banaan verbouwen.

Je kan je natuurlijk afvragen waarom het al die jaren bij de commercialisering van maar één soort banaan gebleven is. Economische redenen – bewaartijd, rijpingssnelheid, transportvereisten- maar ook de eisen van de consument  - geur, smaak, uitzicht – hebben hierin een rol gespeeld. Er was gewoon geen andere banaan die aan deze voorwaarden voldeed.
Klonen hebben echter één groot probleem : ze zijn zeer ziektegevoelig want een ziekte die één plant doodt, doodt meteen ook alle anderen.
Dit rampenscenario heeft zich al eens eerder voorgedaan in de geschiedenis van de commerciële banaan. De Gros Michel, de eerste banaan die op grote schaal gecommercialiseerd werd, is een banaan met een legendarische reputatie: ze was groter en smaakte - zo zegt men - meer naar banaan, ze was wat zoeter met zachter vruchtvlees, was gemakkelijker te transporteren want minder gevoelig voor plekken door haar dikkere schil en ze bewaarde langer. Het enige nadeel zat hem net in die schil waardoor pellen wat moeilijker was maar dat nam men er dankzij de vele voordelen gewoon bij.  Alhoewel de Cavendish – onze huidige banaan -  toen ook al beschikbaar was, ging de voorkeur zowel vanuit consumenten als economisch standpunt uit naar de Gros Michel.

Tenminste tot de Panamaziekte toesloeg rond 1920, veroorzaakt door een bodemschimmel die de plant via de wortels infecteert waardoor hij sterft. De enige remedie bestond erin om de zieke planten onmiddellijk te verwijderen en tenslotte om hele plantages te verhuizen naar gronden die niet aangetast waren.  Dit was niet houdbaar en in 1960 is de commerciële teelt van de Gros Michel  definitief gestopt en heeft de Cavendish, die resistent was voor die bodemschimmel, de rol van commerciële banaan overgenomen.

Maar nu wordt deze banaan dus ook bedreigd. Enerzijds door een nieuwe stam van de Panamaziekte waar ze wel gevoelig voor blijkt te zijn (in Zuidoost-Azië is de teelt al op vele plaatsen onmogelijk) en anderzijds door een agressieve bladschimmel  ‘zwarte sigatoka’ die zich via de lucht verspreid en die in hoog tempo resistentie ontwikkelt tegen gebruikte fungiciden. Waar men in de jaren 70 van de vorige eeuw slechts 10 tot 12 keer per jaar moest sproeien, is dat tegenwoordig opgelopen tot bijna wekelijks.
Samen vormen ze een ernstige bedreiging voor de commerciële teelt maar nog meer voor de kleine boer in Afrika  waar de banaan een basisvoedsel en –inkomen vormt omdat ook andere bananen voor deze nieuwe stam  van de Panamaziekte gevoelig blijken te zijn.

Via hybridisatie en genetische manipulatie is men nu hectisch op zoek naar een banaan die gelijkaardig is aan de Cavendish. Via hybridisatie is er ondertussen wel al een andere eetbanaan, de Goldfinger maar die slaat buiten in Australië niet echt aan.
Daarenboven is hybridisatie een moeizaam proces. De vrouwelijke bloemen worden handmatig bestoven met stuifmeel. Vier maanden later kan het fruit geoogst worden en door zeven geperst op zoek naar de zeldzame zaden. Er wordt ongeveer één zaadje op 300 bananen gevonden. Van de weinige zaden is maar één derde kiemkrachtig.  Deze plantjes worden dan verder opgekweekt en pas twee jaar na de oorspronkelijke bestuiving zijn de eerste vruchten beschikbaar. Dan pas weet men of het een bruikbare hybride is. De kans dat één zaadje een succesvolle hybride oplevert is 1 op 10.000.
Genetische manipulatie gaat sneller en biedt het voordeel dat op die manier de Cavendish zelf gered kan worden. Maar vanuit de consumentenhoek is er een grote weerstand tegen genetisch gemanipuleerde voeding. De nood aan resistente bananen is echter groot, vooral in Afrika waar het voor de meeste mensen een basisvoedsel is waarmee ze ook in hun levensonderhoud voorzien.

Laat ons hopen, dat er snel een oplossing gevonden wordt want zeg nu zelf, een leven zonder banaan: je kan het je toch niet indenken.

zondag 6 februari 2011

Aspartaam

'Artificiële zoetstoffen niet slecht voor consument': dit stond donderdag op vandaag.be. In hetzelfde artikel vind je dan wat verder de nuancering dat het over de 'volwassen' consument gaat en dat de onderzoekers zich niet kunnen uitspreken over de gezondheidsrisico's voor kinderen. Dit doet toch enige vragen rijzen over de titel van het artikel. Artificiële zoetstoffen waaronder acesulfaam-K, saccharine, sucralose en 'last but not least' aspartaam worden gebruikt in alle lightproducten en in bijna alle levensmiddelen waarop de vermelding 'zonder toegevoegde suikers' staat.

Nochtans heeft onder andere aspartaam heel wat schadelijke bijwerkingen.
Aspartaam werd pas in 1981 door de Amerikaanse Food en Drug Administration (FDA) goedgekeurd voor gebruik in droge voeding. De manier waarop die goedkeuring er is gekomen is op zijn minst verdacht te noemen. Daarna kwam er ook de toelating voor vochtige voeding en zelfs in koekjes terwijl men weet dat aspartaam bij verhitting onstabiel is en gedeeltelijk omgezet wordt naar methanol.
Dit en de rest van het onfrisse verhaal van aspartaam kan je terugvinden op http://www.dorway.com/.

Tien procent van aspartaam wordt omgezet naar methanol in onze darmen. Methanol is op zich reeds een giftige stof en wordt verder afgebroken tot formaldehyde en mierenzuur. Beide zijn giftig. Formaldehyde is een gevaarlijk neurotoxine, carcinogeen, veroorzaakt schade aan de retina, verhoogt de kans op geboorteafwijkingen en interfereert met de DNA-replicatie.
Onder de vele reacties op aspartaam vinden we ook nog de volgende terug: buikpijn, angstaanvallen, asthma, hypo- en hyperglycemie, ademhalingsmoeilijkheden, brandende ogen, chronische vermoeidheid, depressie, diarree, duizeligheid, hoofdpijn/migraine, hoge bloeddruk, slapeloosheid, jeuk, gewrichtspijnen, epilepsie, gezichtsverlies, gewichtstoename en nog vele andere.
Daarnaast  kan je door aspartaam te gebruiken ook de symptomen van andere ziekten krijgen zoals multiple sclerose en fybromyalgie.

Afgezien van alle schadelijke bijwerkingen houdt aspartaam onze zoetverslaving in stand. Een gezonde levenswijze houdt in dat je je suikerverbruik tot een minimum beperkt. Schakel in eerste instantie bijvoorbeeld eens over van thee met suiker naar een vruchtenthee met zoethout. Daarna is de stap naar een kruidenthee zonder suiker snel gemaakt. Als je dit een tijdje volhoudt, zal je merken dat je een kruidenthee met suiker zelfs niet lekker meer vindt.

Veel mensen hebben de gewoonte om bij heel veel dingen suiker te eten, terwijl dat eigenlijk absoluut niet nodig is. Zo kan je yoghurt eten met banaan, mandarijn, ananas of een andere zoete vrucht in plaats van suiker. Gebruik ook geen suiker bij een groentenbereiding!

En als je dan toch wat zoet wil en honing voldoet je niet, gebruik dan liever ongeraffineerde, volle suiker met mate en laat alle artificiële zoetstoffen links liggen.

woensdag 2 februari 2011

Internationale codex tegen kanker

We weten het eigenlijk allemaal wel maar hier staat het nog eens allemaal mooi op een rijtje:

  • Vermijd elk overgewicht
  • Beperk de vetconsumptie
  • Geef de voorkeur aan voedingsmiddelen rijk aan vezels en koolhydraten
  • Wees zuinig met zout
  • Matig je alcoholgebruik
  • Vermijd gerookte en gegrilde producten/vleeswaren
  • Vermijd beschimmeld eten

dinsdag 1 februari 2011

Banaan





Bananen zijn de ultieme gezonde energieleverancier in de handigste verpakking die er is want zeg nu zelf om ze te eten komen er geen mesjes, noch water, noch lepel aan te pas: gewoon uit de fruitschaal nemen, pellen en opeten. En je handen blijven nog proper ook. Ik noem ze om deze reden ook wel eens lui-fruit want minder moeite moeten doen om fruit te eten, bestaat gewoon niet.

Rijpe bananen zijn gemakkelijk verteerbaar omdat bijna alle zetmeel omgezet is in suiker waardoor ze zo'n goede energiebron zijn. Ze zijn ook heel geschikt als middel tegen verstopping. In een rijpe banaan zitten twintig keer meer suikers dan zetmeel bij een groene banaan is dat juist omgekeerd.

De pectinevezels in banaan kalmeren brandend maagzuur, maagzweren, ontstekingen van de darmen en verlagen tegelijk de cholesterol. Bovendien is een banaan rijk aan vitamine B6 en kalium. Vitamine B6 is van belang voor een goede werking van het zenuwstelsel, het eiwitmetabolisme en regelt mee het glucosegehalte in het bloed. Kalium helpt samen met natrium de waterbalans in de cellen te regelen en is hierdoor bloeddrukregulerend. Kalium is ook belangrijk voor de harmonisering van het hartritme.
Bananen bevatten ook veel ijzer, een onmisbaar ingrediënt voor de aanmaak van hemoglobine in de rode bloedcellen en verlagen zo het risico op bloedarmoede. Daarenboven zijn bananen ook een wat miskende bron van vitamine C, onontbeerlijk voor een goede werking van ons immuunsysteem.
Banaan bevat, net als chocolade, tryptofaan maar dan in een gezondere verpakking. Tryptofaan wordt door ons lichaam omgezet in serotonine, het 'goed gevoel' hormoon dat er ook voor zorgt dat we beter slapen.

Momenteel zijn alle commerciële bananen afkomstig van slechts enkele bananenplanten. Ze worden vegetatief vermenigvuldigd via scheuten omdat ze bijna geen zaden vormen en zijn daarom ook allemaal genetisch identiek aan elkaar. De bananen in bananenplantages zijn dan ook zeer gevoelig aan ziektes, in het bijzonder schimmels. Daarom worden er grote hoeveelheden pesticiden gebruikt. Sommige hiervan zijn in het Westen, waar veel bananen gegeten worden, verboden voor gebruik op andere gewassen.
Gezien zelfs de dikke schil van de banaan onvoldoende bescherming biedt tegen residuen, koop je best uitsluitend bio-bananen. Dit is trouwens niet alleen beter voor jou maar ook het milieu en de plantagewerkers varen er wel bij.

Bananen rijpen sneller wanneer je ze in de buurt van sinaasappels legt. Je kan ze ook in een gesloten plastieken zak stoppen en ze wat warmer leggen bijvoorbeeld bovenop de koelkast. Koop geen gifgroene bananen: de kans dat je ze mooi rijp krijgt is klein.

Je kan bananen ook pellen en in een gesloten container of zakje zes maanden in de diepvriezer bewaren.
Probeer dit eens met zeer rijpe bananen: ze vormen op warme zomerse dagen een gezond alternatief voor een ijsje.