Een beetje zon in de winter: het lijkt alsof de pompoen er daarvoor is. Met zijn fel oranjekleur die erop wijst dat hij veel bètacarotenen bevat, lijkt hij er wel wat op. Bètacaroteen is een voorloper van vitamine A dat een sterk anti-oxidans is dat niet alleen goed is voor de ogen maar onze huid ook beschermt tegen de schadelijke stralen van de zon.
Pompoenen bevatten ook veel vezels, die de darmwerking stimuleren en zorgen voor de afvoer van afvalstoffen.
Pompoenpitten bevatten magnesium en zink. Magnesium is essentieel voor verschillende biologische processen waaronder de eiwitsynthese, de stofwisseling van glucose, de energieproductie van de cellen. Het is belangrijk voor een normale hartfunctie en de botontwikkeling. Zink helpt bij de genezing van wonden en is goed voor de huid.
Pompoenen kunnen geroosterd en gepureerd worden, in stamppotten en soepen, in hartige of zoete taarten en voor de durvers zelfs rauw geraspt. Je kan er zelfs een lekkere confituur van maken. Omdat ze zelf geen uitgesproken smaak hebben, vormen ze een handig ingrediënt in allerhande stoofpotjes waar ze goed harmoniëren met de kruiden en specerijen.
Pompoenen kunnen op een koele en droge plek lang bewaard worden.
Niet-biologische pompoenen worden vaak veel minder behandeld met allerlei middelen dan andere groenten. Meestal worden er dan ook geen residu's in gevonden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten