maandag 18 april 2011

Zoet en venijnig??

Dit weekend stond er in de IHT een interessant artikel over suiker en wat het met ons lichaam doet. Het gaat dan meer bepaald over geraffineerde suiker (sucrose) en over hoog-fructose-maïsstroop (HFMS). Ze bestaan beiden uit glucose en fructose. In het geval van sucrose is de verhouding fructose/glucose, 50/50 in het tweede geval 55/45. Het is de frucose die suiker onderscheid van ander koolhydraatrijk voedsel zoals brood en aardappelen dat uisluitend tot glucose afbreekt.

Suiker zowel als HFMS zijn even ongezond alhoewel tegenwoordig vooral de laatste aan de basis ligt van het wantrouwen in bewerkte voedselproducten.

Wat doen ze met ons en hoe doen ze het?

Suiker is bijzonder schadelijk voor ons door de manier waarop fructose door ons lichaam gemetaboliseerd wordt. Tenminste als je het in voldoende grote hoeveelheden eet. En daar wringt voorlopig het schoentje want onderzoekers weten nog altijd niet hoeveel teveel is.

Het fructose in suiker wordt in hoofdzaak door onze lever gemetaboliseerd terwijl de glucose gebruikt wordt door iedere cel van ons lichaam. Suiker eten, betekent dus meer werk voor de lever dan wanneer je dezelfde hoeveelheid calorieën zou binnenkrijgen door zetmeel. Grote hoeveelheden fructose zorgen ervoor dat de lever dit omzet naar vet. En blijkbaar zorgt de opstapeling van vet in de lever ervoor dat er insuline resistentie of metabool syndroom optreedt, één van de fundamentele problemen van zwaarlijvigheid, ziekten van hart-en bloedvaten en diabetes type 2. Het zou ook de onderliggende reden kunnen zijn van heel wat kankers.
Opstapeling van vet door de lever kan veroorzaakt worden door genetische aanleg maar de mogelijkheid is reëel dat suiker aan de basis ligt.

Wanneer dieren fructose of suiker in voldoende hoeveelheden te eten krijgen, zet hun lever de fructose om in vet namelijk het verzadigd vetzuur palmitine, de veroorzaker van hartziekten doordat het het slecht cholesterol LDL laat stijgen. Het vet accumuleert in de lever, gevolgd door insuline resistentie. Als er gestopt wordt met suiker te voederen, verdwijnt het vet uit de lever en ook de insuline resistentie.
Gelijkaardige effecten treden op bij mensen maar hier hebben onderzoekers de proefpersonen uitsluitend fructose gekregen. Dus alles wat we momenteel weten is dat suiker en HFMS omwille van de manier waarop fructose gemetaboliseerd wordt en omwille van de hoeveelheid die we ervan eten mogelijk vet doen ophopen in onze lever gevolgd door insuline resistentie en metabool syndroom dat de aanleiding is voor hart- en bloedvatziekten, diabetes en zwaarlijvigheid. Ze kunnen inderdaad ook giftig zijn maar het duurt jaren om schadelijk te zijn. Zolang er geen lange termijn studies uitgevoerd worden, weten we dat niet met zekerheid.

Eén van de ziekten die toenemen samen met zwaarlijvigheid, diabetes en metabool syndroom is kanker. Dit wil zeggen dat je meer kans hebt om kanker te krijgen als je zwaarlijvig of diabetisch bent of metabool syndroom hebt. Dit hangt samen met het al lang aanvaarde idee dat kanker veroorzaakt wordt door ons Westers dieet en onze Westerse levensstijl. En het verband tussen onze Westerse levensstijl en kanker manifesteert zich door zijn samenhang met zwaarlijvigheid, diabetes en metabool syndroom. ttz. insuline resistentie.
Insuline resistentie zorgt er namelijk voor dat we meer insuline gaan afscheiden omdat door insuline resistentie onze cellen de werking van insuline negeren. En daar zit hem nu net het probleem want insuline en het eraan verwante insuline-groeifactor bevordert tumorgroei. De cellen van veel menselijke kankers zijn afhankelijk van insuline voor hun brandstof (bloedsuiker) en stoffen die ze nodig hebben om te groeien en te vermenigvuldigen. Daarenboven geeft insuline ook het signaal om dit te doen. Hoe meer insuline, hoe beter ze groeien. Onderzoekers zijn het erover eens dat een verhoogd insulinegehalte  een nodige stap is in vele kankers zoals borst- en darmkanker. 80 procent van alle menselijke kankers zouden veroorzaakt worden door mutaties of omgevingsfactoren die het effect van insuline op cellen in een beginnend kankerstadium verhogen of nabootsen.

Als het suiker is dat insuline resistentie veroorzaakt dan kan je moeilijk anders dan besluiten dat suiker kanker of toch minstens sommige ervan, veroorzaakt.

Een beangstigende gedachte. Dat we dikker worden van suiker is immers maar het zichtbare deel van de ijsberg. Het onzichtbare: de vervetting van de lever en de insuline resistentie is een heel ander verhaal. En daar en boven moeten we ons officieel geen zorgen maken want er is voorlopig nog geen voldoende sluitend bewijs.

Ik denk dat ik liefst het zekere voor het onzekere neem en suiker met ontzag behandel en dus probeer te vermijden. Dat zal niet gemakkelijk zijn want het zit in de meest onwaarschijnlijke producten. Maar het is alleszins het proberen waard.

Geen opmerkingen: