woensdag 30 november 2011

Quinoa

Quinoa (uit te spreken als kinwaa) behoort net als amaranth en spinazie tot de ganzenvoetfamilie. Het is geen graan in de werkelijke betekenis van het woord maar een zaad. Samen met amaranth en boekweit wordt het ook wel eens pseudo-graan genoemd omdat we het wel als een graan gebruiken.

Quinoa komt oorspronkelijk uit de Andes (Peru, Bolivië, Ecuador en Columbia) waar het al geteeld wordt voor menselijke consumptie sinds 3000 à 4000 jaar door de Inka's. Er zijn echter archeologische aanwijzingen dat 5200 tot 7000 jaar geleden herders hun dieren hoedden op plekken waar quinoa groeide.

Voor de Inka's was quinoa een heilig graan. Ze noemden het de moeder van alle granen 'chisaya mama'. Traditioneel zaaide de Inkakeizer het eerste zaad van het seizoen met gouden werktuigen om zo zijn respect voor het graan te betuigen.

De 'moeder van alle granen' wordt zeer gewaardeerd voor zijn voedingswaarde. Het heeft een hoog eiwitgehalte (12-14%) en in tegenstelling tot de meeste planten is het een volwaardig eiwit met alle essentiële aminozuren die ons lichaam nodig heeft om goed te functioneren. Het is dus een goede vervanger voor eiwitten van dierlijke oorsprong.

Quinoa is een goede bron van voedingsvezels zowel oplosbare als onoplosbare waardoor het helpt cholesterol te verlagen en de spijsvertering te bevorderen. Tegelijk zorgen ze voor een voldaan gevoel waardoor we niet te veel eten. Quinoa is ook rijk aan fosfor, ijzer en magnesium. Fosfor is belangrijk voor onze energiehuishouding en is een belangrijke component van ons DNA, ijzer is nodig voor onze rode bloedcellen en magnesium bevordert de absorptie van calcium en helpt diabetes voorkomen. Daar bovenop bevat quinoa ook vitamines van het B-complex. Quinoa bevat voornamelijk meervoudig onverzadigde vetzuren waaronder omega-3.
Het is gluten-vrij en gemakkelijk te verteren.
Je kan er om al deze reden een volwaardige en lekkere (baby)melk van maken door 1 volume gekookte quinoa te mixen met 2 volumes water.
De eiwitten en de vezels zorgen ervoor dat quinoa energie geeft zonder pieken te veroorzaken in onze bloedsuikerspiegel. Dit laatste is vooral te danken aan de oplosbare vezels waardoor quinoa in onze darmen een gelatineuze substantie wordt met een tragere omzetting van koolhydraten naar glucose, een tragere absorptie en dus een lagere glycemische index voor gevolg. Om ten volle van dit effect te genieten, eet je quinoa best in zijn oorspronkelijke vorm met andere woorden: de hele zaadjes, gestoomd of gekookt

In zijn natuurlijke vorm heeft quinoa een laagje van bittersmakende saponines. Deze beschermen de plant tegen ongedierte. De meeste quinoa die je kan kopen, hebben een behandeling ondergaan om dit laagje te verwijderen. Mocht dit niet zo zijn, volstaat het de quinoa een aantal uren te weken in water waarbij je het water één keer ververst. Je kan het ook grondig spoelen onder een lopende kraan in een kaasdoek.

Quinoa heeft een nootachtige smaak die je nog meer naar voor kan brengen door het zaad voor het koken eerst wat droog te roosteren in de pan. Zo droog geroosterd is het ook lekker als 'versiering' in een kom soep in plaats van broodkorstjes.

Het is heel gemakkelijk klaar te maken. Je kookt het zoals rijst: 1 volume quinoa tegenover 1.5 tot 2 volumes licht gezouten water (of water waaraan je wat groentenbouillonpoeder hebt toegevoegd). Het laat zich zowel combineren met zoete ingrediënten zoals honing, amandelen en bessen voor een smakelijk ontbijt als met groenten, specerijen en kruiden voor bijvoorbeeld een heerlijk roerbakgerecht.

Je bewaart quinoa het best in een luchtdichte container op een koele, droge en donkere plaats. Op die manier kan je het maanden bewaren.

Geen opmerkingen: