donderdag 31 maart 2016

Tomaatraïta

Een raïta is een Indisch, Pakistaans of Bengalees bijgerecht dat bestaat uit yoghurt met rauwe of gekookte groente of fruit en specerijen.
Raïta heeft een afkoelend effect en wordt meestal geserveerd met sterk gekruide curries of kebabs.
De specerijen die het meest gebruikt worden in een raïta zijn komijn en mosterd, bij voorkeur de zwarte of donkerbruine versie. Maar ook curry- of kariblaadjes, koriander (vers of de zaadjes), verse munt, cayenne peper, knoflook of asafoetida, groene chilipepertjes en verse gember behoren tot de mogelijkheden.  Kariblaadjes zijn afkomstig van de kariboom. Ze worden ook wel curryblaadjes genoemd maar hebben geen enkele relatie met currypoeder. Hun smaak en aroma is eerder citrusachtig. Sommige Oosterse kruideniers hebben ze regelmatig vers in voorraad maar altijd in gedroogde vorm. Asafoetida is gedroogde harsgom van de wortel van een soort reuzenvenkel die voornamelijk in Iran, Afganistan en Kashmir verbouwd wordt. In zijn ongekookte vorm heeft hij een sterke onfrisse geur waar hij zijn Nederlandse naam 'duivelsdrek' aan te danken heeft. Deze geur is te wijten aan bepaalde zwavelhoudende stoffen maar wordt tijdens het koken omgevormd tot een zoet ui-knoflookaroma. Voor de aanhangers van het Jainisme, die strikte vegetarische voedingswetten hanteren zijn knoflook en uien taboe, vooral omdat ze sterk geassocieerd werden met vlees. Ook verkrijgbaar bij de Oosterse kruidenier in poedervorm.
De droge kruiden worden meestal even gefruit in wat olie zodat hun smaken beter tot hun recht komen. Deze 'tarka' wordt dan als laatste aan de raïta toegevoegd.
Raïta wordt steeds gekoeld geserveerd.
Het Europese gerecht dat er het dichtst bij aansluit is de Griekse tzatziki.

Ingrediënten

200 g kerstomaatjes, gehalveerd
2.5 dl yoghurt
1/2 tl zout
1 el zonnebloem- of olijfolie
1/2 tl bruin mosterdzaad
1/4 tl asafoetida of 1/2 tl fijngehakte knoflook
1/2 groen chilipepertje, ontzaad en heel fijngesneden
16 droge of 8 verse kariblaadjes

Bereiding
  • Doe de yoghurt in een kom en meng er het zout onder. Voeg de tomaatjes toe en schep ze voorzichtig door de yoghurt.
  • Verhit de olie een pan op een middelhoog vuur. Doe er zodra de olie heet is het mosterzaad in en leg het deksel op de pan tot de zaadjes niet meer poffen. Voeg dan de asafoetida of de knoflook, de chilipeper en de kariblaadjes toe. Laat de specerijen 10 seconden fruiten. Schep de tarka dan door het het yoghurtmengsel. Zet in de koelkast tot gebruik.


Geen opmerkingen: