Een dilemma waar
iedere alleseter of omnivoor en dus ook wij mensen dagelijks mee te maken
hebben.
Een koalabeer die alleen eucalyptusbladeren lekker vindt of
een pandabeer die uitsluitend voor bamboe gaat, hebben dit probleem niet.
De culinaire voorkeuren van koala en panda zitten
voorgeprogrammeerd in hun genen. Bij ons
omnivoren daarentegen moet een grote hoeveelheid hersencapaciteit en tijd
besteed worden aan het uitzoeken wat de ‘veilige’ mogelijkheden zijn die de
natuur ons biedt. Daarbij vertrouwen we op ons grote herkenningsvermogen en
geheugen om ons verre te houden van vergif en te leiden naar voedzame
planten. Onze smaakpapillen zijn hierbij
ook een grote hulp en steun. Ze geven ons een voorkeur voor zoet
(koolhydraat-energie in de natuur) en een afkeur voor bitter want zo smaken
veel van de toxische alkaloïden die door planten geproduceerd worden. Ons aangeboren
gevoel van afkeer houdt ons tevens weg van dingen die ons ziek zouden kunnen
maken zoals rot vlees.
Daarnaast hebben we als mens natuurlijk het onmeetbare
voordeel van ‘cultuur’; het pakhuis van alle ervaringen en opgestapelde
wijsheid van ontelbare ‘proevers’ voor ons. Onze cultuur bepaalt de regels voor
verstandig eten via een ingewikkelde structuur van taboes, rituelen, manieren, culinaire tradities zodat we niet
iedere maaltijd weer met dit dilemma geconfronteerd worden.
In deze moderne tijden echter worden we geconfronteerd met
een heel gamma van voedingsproducten waar onze cultuur ook geen blijf mee weet
en worden we weer vaker dan vroeger, dan 50 jaar geleden, geconfronteerd met
het dilemma van onze voedselkeuze.
- Wordt het de bio-appel of de conventioneel geteelde?En als we de bio kiezen, gaan we dan voor de lokale of de geïmporteerde?
- De wilde vis of de geteelde?
- De transvetten, de boter of de ‘niet boter’?
- Word ik vegetariër of niet? En als ik een vegetariër word, kies ik dan voor lacto-vegetariër of veganist?
Wanneer we een verpakking in het grootwarenhuis vastnemen
kunnen we niet meer vertrouwen op onze zintuigen of onze culinaire cultuur als
we de ingrediëntenlijst op de etiketten uitpluizen en dingen tegenkomen als ‘geen
transvetten’, ‘vrije uitloop’, ‘natuurlijk grill-aroma’, ‘TBHQ’, ‘Xanthaan gom’,
etc. waarvan we de betekenis niet of maar half begrijpen. Wat is dit eigenlijk
en waar komen ze vandaan?
Zoals ieder levend wezen op aarde maken mensen deel uit van
een voedselketen. Onze plaats in die voedselketen bepaalt in grote mate welk
soort wezen we zijn. Het feit dat we omnivoren zijn, heeft ons in grote mate
gevormd zowel lichamelijk (we hebben kaken en tanden aangepast aan een bestaan
als omnivoor, geschikt voor zowel scheuren als malen) en onze ziel. Ons grote
vermogen tot observatie en memorisatie, alsook onze nieuwsgierigheid en
experimenteel standpunt ten opzichte van de natuurlijke wereld hebben veel te danken
aan ons ‘omnivoor-zijn’. Dit geldt ook voor de verschillende aanpassingen die
we hebben ontwikkeld om de verdedigingsmechanismen van andere wezens te
overwinnen zodat we ze kunnen eten zoals jachttechnieken, koken met vuur.
Een aantal filosofen argumenteren dat het juist dit ‘onbepaalde’ van de menselijke eetlust verantwoordelijk is voor zowel onze wreedheid als voor onze beschaving want een wezen dat zich kan voorstellen dat het om het even wat kan eten (inclusief andere mensen) heeft nood aan ethische regels, manieren en rituelen.
We zijn niet alleen wat we eten, maar ook hoe we eten.
Een aantal filosofen argumenteren dat het juist dit ‘onbepaalde’ van de menselijke eetlust verantwoordelijk is voor zowel onze wreedheid als voor onze beschaving want een wezen dat zich kan voorstellen dat het om het even wat kan eten (inclusief andere mensen) heeft nood aan ethische regels, manieren en rituelen.
We zijn niet alleen wat we eten, maar ook hoe we eten.
In tegenstelling tot andere ‘eters’ zijn we in staat om op
een aanzienlijke manier de voedselketens waarvan we afhankelijk zijn te
wijzigen met behulp van revolutionaire technologieën zoals koken met vuur,
jagen met werktuigen, landbouw en voedselbewaring.
Door het koken werden een heel aantal planten en dieren beter verteerbaar en werden een aantal chemische verdedigingsmechanismen van andere species overbrugd.
Landbouw vergrootte de populatie van een aantal favoriete voedselsoorten en daarmee ook onze eigen soort.
Door het koken werden een heel aantal planten en dieren beter verteerbaar en werden een aantal chemische verdedigingsmechanismen van andere species overbrugd.
Landbouw vergrootte de populatie van een aantal favoriete voedselsoorten en daarmee ook onze eigen soort.
Recent laat de industrie ons toe om de menselijke
voedselketen opnieuw uit te vinden van chemische vruchtbaarheid van de bodem
tot de microgolfbare kom soep die in een komhouder van een auto past.
In ‘The omnivore’s dilemma’ (spijtig genoeg niet vertaald)
gaat Michael Pollan dieper in op de drie belangrijkste voedselketens die ons
vandaag van voedsel voorzien: de industriële, de biologische en deze van de
jager-verzamelaar. Alhoewel ze verschillend zijn doen de drie voedselketens min
of meer hetzelfde namelijk : ons door middel van wat we eten verbinden met de
vruchtbaarheid van de aarde en de energie van de zon.
Elk van de drie delen van het boek is toegespitst op één van
bovenstaande voedselketens en volgt ze van begin tot einde (van een plant of
groep planten die caloriën fotosynthetiseren tot een avondmaaltijd) te beginnen
met de industriële voedselketen waar maïs gevolgd wordt tot ze als een biefstuk
op je bord ligt.
In het tweede deel volgt hij een weiland met verschillende
grassoorten tot een zelfde biefstuk en een kip op je bord. Daarnaast gaat hij
in dit tweede deel ook kijken naar wat hij noemt het ‘industrieel biologische’
waar op grote schaal maar wel op biologische wijze geteeld wordt zonder dat dit
noodzakelijk ook ecologisch is. Denken we hierbij bijvoorbeeld aan het
biologische lamsvlees dat vanuit Nieuw-Zeeland in onze grootwarenhuizen te koop
is.
Het laatste deel grijpt terug naar de ‘jager-verzamelaar’
voedselketen. In onze huidige maatschappij rest daarvan de jacht en de
visvangst maar ook het verzamelen van bijvoorbeeld wilde bessen,
paddestoelen enz.
Het boek is vooral toegespitst op de Amerikaanse situatie maar kan voor grote delen getransponeerd worden naar de Europese.
Een echte aanrader voor wie wat meer wil weten over het waar
en hoe van ons voedsel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten