Je ziet de laatste tijd in het voedingslandschap steeds meer
de term ‘glutenvrij’ opduiken, vooral als marketingtool voor ontbijtgranen,
pasta, koekjes, brood,... Glutenvrije producten zijn herkenbaar aan bovenstaand
logo.
Als je in google nog maar begint het woordje gluten in te
tikken, krijg je op de tweede plaats na ‘gluten’, ‘gluten allergie’ gevolgd door
‘glutenvrij’. En natuurlijk is er ook nog ‘glutenintolerantie’.
Als je allergisch bent voor gluten kunnen de symptomen
variëren van een kriebelig gevoel in je mond, over netelroos tot zelfs een
anaphylactische shock. Gelukkig komt deze allergie weinig voor.
Intolerantie,
het niet goed kunnen verteren van gluten, komt veel vaker voor en er zouden ook
steeds meer mensen last van hebben.
In haar meest ernstige vorm spreekt men
van ‘coeliakie’. In dit laatste geval wordt de darmwand, meer bepaald de
darmvlokken, beschadigd door het eten van gluten. Via een
anti-tissue-transglutaminase-onderzoek van het bloed kan men nagaan of iemand
aan deze vorm van glutenintolerantie lijdt. Coeliakie is een auto-immuunziekte
omdat het immuunsysteem in dit geval antistoffen aanmaakt tegen de lichaamseigenstof
tissue-transglutaminase in de darmwand. Door deze antistoffen raakt de darmwand
ontstoken en worden voedingsstoffen slecht opgenomen.
De symptomen verschillen van persoon tot persoon en van de
graad van intolerantie maar de belangrijkste zijn chronische diarree of
constipatie, slecht groeien bij kinderen, gewichtsverlies, opgezette buik,
winderigheid, gebrek aan eetlust,
vermoeidheid, spierpijn. Na een tijd leidt het ook tot ijzer-, mineralen- en
vitaminetekorten met bloedarmoede en botontkalking
tot gevolg.
Maar wat is gluten nu
eigenlijk?
Belangrijk om weten is dat gluten als zodanig niet voorkomt
in granen. Het is een verzamelnaam voor niet-wateroplosbare graaneiwitten meer
bepaald de prolamines en glutenine.
Deze eiwitten komen in alle granen voor.
Het prolamine waarop quasi alle tests voor glutenintolerantie gebaseerd zijn,
is gliadine. Het prolamine van tarwe. Men is het er echter over eens dat ook de
prolamines van gerst (hordeine) en rogge (secaline) triggers zijn voor
glutenintolerantie.
Ook rijst, maïs en haver bevatten prolamines maar over het
algemeen wordt aangenomen dat mensen met een glutenintolerantie hierop niet
reageren. Vaak zal je echter in
literatuur terugvinden dat ook haver best vermeden wordt door mensen met een
glutenintolerantie omdat haver vaak op het veld, bij de oogst of tijdens de
verwerking in contact komt met tarwe, gerst of rogge. Er bestaat echter ook
gecertifieerd glutenvrije haver, dus zonder contaminaties, herkenbaar aan het
bovenstaand logo voor glutenvrije voedingsmiddelen, die veilig door mensen met
coeliakie gegeten kunnen worden.
Glutenvrij komt dus neer op voedingsmiddelen vrij van de
prolamines van tarwe en tarwevariëteiten, gerst en rogge.
Hieronder een overzicht van de meest geconsumeerde granen
- Granen met gluten: tarwe, spelt, kamut,
farro, gerst, rogge
- Granen zonder gluten: maïs, gierst,
rijst, sorghum
- Pseudogranen per
definitie zonder gluten: amaranth, boekweit, quinoa