woensdag 3 augustus 2011

Paprika

Oorspronkelijk komen ze uit Zuid-Amerika via de Spanjaarden (vandaar 'Spaanse' peper) maar 'paprika' komt uit het Hongaars en betekent 'pepertje' waarschijnlijk omdat de Hongaren ze helemaal in hun hart hebben gesloten en ze in veel van hun nationale gerechten als ingrediënt gebruiken.

Ze komen in allerhande kleuren voor maar de bekendsten zijn ongetwijfeld de klassieke groene, gele en rode paprika. Maar je kan ze ook in het oranje, paars, lila, wit en zelfs in mint en bruin krijgen. Ook de vormen verschillen nogal. Diegenen die je bij ons overal in het grootwarenhuis aantreft, zijn van het geblokte type maar je hebt ook zoete rode, gele of oranje puntpaprika's. De witte paprika's zijn wat langwerpiger van vorm en hebben een nogal bittere smaak.

De groene paprika is eigenlijk onrijp. Tijdens het rijpingsproces ontstaat de gele, oranje, rode, paarse of witte kleur en wordt ook de smaak zoeter.

De paprika is verwant aan de scherpe rode pepers maar bevat haast geen capsaïcine, de stof die rode pepers hun hete, scherpe smaak geeft.

Paprika's zijn rijk aan vitamine C waarbij de zoete puntpaprika's de koplopers zijn, gevolgd door de oranje, gele en rode paprika's (100g verse paprika bevat ongeveer 150mg dat is ongeveer 3 keer zoveel als een zelfde hoeveelheid sinaasappel). Daarnaast bevatten ze veel foliumzuur en beta-caroteen de voorloper van vitamine A. Naast vitamine E en vitamines van de B-groep zitten ze natuurlijk zoals alle groenten boordevol vezels.

Je kan paprika zonder verlies van voedingsstoffen een week bewaren op een koele plek, in het groentenvak van de koelkast zelfs nog iets langer.

Je kan ze gekookt, gestoomd, gegrild, gebakken en zelfs rauw eten.





Image: FreeDigitalPhotos.net

Geen opmerkingen: